Wereldwijd wordt veel onderzoek uitgevoerd naar de herkomst van tinnitus (oorsuizen). Beide artikelen uit 2016, die door een internationale groep onderzoekers zijn gemaakt, geven state of the art de belangrijke rol die manuele therapie ES. kan spelen bij de behandeling van oorsuizen. De behandeling leidt tot zowel statistische als klinische relevantie. Hopelijk geven deze studies aanleiding aan de beroepsgroep om in de dagelijkse praktijk de manuele therapie ES op een hoger wetenschappelijk niveau te brengen.
Iem Bakker MSc, manueel therapeut.
De huidige stand van onderzoek (2016) naar de behandeling van tinnitus wordt het beste weergegeven in twee artikelen van Oostendorp ea, beide gepubliceerd in Manual Therapy met als titels:
Cervicogenic somatosensory tinnitus: An indication for manual therapy? Part 1: Theoretical concept. (Man Ther. 2016 Jun;23:120-3. doi: 10.1016/j.math.2015.11.008. Epub 2015 Dec 18)
en
Cervicogenic somatosensory tinnitus: An indication for manual therapy plus education? Part 2: A pilot study. (Man Ther. 2016 Jun;23:106-13. doi: 10.1016/j.math.2016.02.006. Epub 2016 Feb 21.)
In beide artikelen zijn de auteurs:
Oostendorp RA (1), Bakker I (2), Elvers H (3), Mikolajewska E (4), Michiels S (5), De Hertogh W (6), Samwel H (7)
1: Department of Manual Therapy, Faculty of Medicine and Pharmacy, Vrije Universiteit Brussel, Brussels, Belgium; Scientific Institute for Quality of Healthcare, Radboud University Nijmegen Medical Centre, Nijmegen, The Netherlands; Pain in Motion International Research Group(1), Vrije Universiteit Brussel, Brussels, Belgium. Electronic address: rob.oostendorp@planet.nl.
2: Practice for Manual Therapy, Arnhem, The Netherlands.
3: Department of Public Health and Research, Radboud University Nijmegen Medical Centre, Nijmegen, The Netherlands; Institute for Methodology and Statistics Beuningen, Beuningen, The Netherlands.
4: Department of Physiotherapy, Ludwik Rydygier Collegium Medicum in Bydgoszcz, Nicolaus Copernicus University, Toruń, Poland; Rehabilitation Clinic, Military Clinical Hospital No. 10 with Polyclinic, Bydgoszcz, Poland; Neurocognitive Laboratory, Center for Modern Interdisciplinary Technologies, Nicolaus Copernicus University, Toruń, Poland.
5: Department of Rehabilitation Sciences and Physiotherapy, Faculty of Medicine and Health Sciences, University of Antwerp, Antwerp, Belgium; Department of Otorhinolaryngology, Antwerp University Hospital, Antwerp, Belgium.
6: Department of Rehabilitation Sciences and Physiotherapy, Faculty of Medicine and Health Sciences, University of Antwerp, Antwerp, Belgium.
7: Department Medical Psychology, Canisius Wilhelmina Hospital, Nijmegen, The Netherlands.
In deel 1 wordt het theoretisch concept besproken. Tinnitus kan ontstaan of gemoduleerd worden door een input van het somatosensorische en somatomotorische systeem. Dit betekent dat het geluidsniveau of de intensiteit van de tinnitus kan worden veranderd door sensorische of motorische stimulatie. Te denken valt aan spiercontracties, druk op myofasciale triggerpoints, TENS of bewegingen in gewrichten. De neurale connecties en de integratie van de auditieve en somatosensorische systemen in de hoog cervicale regio en achterhoofd worden bevestigd in meerdere studies. Deze koppelingen kunnen aanleiding geven tot een soort tinnitus die bekend staat als somatosensorische tinnitus. Er zijn slechts enkele studies die gefocust zijn op (cervicogene) somatosensorische tinnitus en manuele therapie.
In dit deel wordt gefocust op het theoretische concept van de (cervicogene) somatosensorische tinnitus, met of zonder secundaire centrale tinnitus of tinnitus sensitisatie.
De behandelmodaliteit met betrekking tot het somatosensorische systeem, en in het bijzonder manuele therapie, zou nu uitgezet kunnen worden in een subgroep van patiënten met cervicogene somatosensorische tinnitus. De conceptuele fase van deze studie heeft tot doel de onderliggende mechanismen te ontvouwen die het auditieve en het somatosensorische systeem koppelen in relatie tot subjectieve tinnitus door enerzijds de bestaande literatuur weer te geven (deel 1) en anderzijds middels een pilot studie de kenmerken van de populatie vast te stellen waarbij relevante componenten en resultaten van de manuele therapie bij patiënten met cervicogene somatosensorische tinnitus (Deel 2) wordt weergegeven.
In deel 2 wordt het effect van Manuele Therapie Utrecht (MTU) geëvalueerd bij een populatie met cervicogene somatosensorische tinnitus (CeT). Het gebruikte onderzoeksdesign heet: pretest-posttest design.
Methode
In het onderzoek werden n=506 patiënten geïncludeerd. Binnen de groep met CeT wordt een onderverdeling gemaakt met of zonder sensitisatie (TS). Beide groepen worden behandeld met Manuele Therapie Utrecht en oefeningen. De mate van tinnitus wordt primair met een VAStin met een schaal van 0-100 gemeten. Secundaire meetmaten zijn aantal behandelingen en bijkomende effecten.
Resultaten. Van de groep van n=506 voldeden n=122 aan het criterium CeT (24.1%). De gemiddelde leeftijd 53.3 jaar (± 9.8 jr.), vrouw 38.5%, gemiddelde duur van de tinnitus 7.3 jr. (± 8.9 jr.)
De CeT populatie wordt verdeeld in twee groepen:
1. 55 patiënten (45.1%) met TS (CeT+TS groep)
2. 67 patiënten (54.9%) zonder TS (CeT-TS groep)
Het verschil bij de pretest/posttest in VAStin binnen de groepen is statistisch significant (p=0.00):
1. CeT+TS, VAStin verschil 18.2 (p=0.00)
2. CeT-TS, VAStin verschil 5,9 (p=0.01)
en tussen de groepen is alleen CeT+TS statistisch significant, VAStin verschil 12.3 (p=0.01).
De pretest/posttest verschillen in de groepen waren klinisch relevant in de CeT+TS groep (verschil VAStin 18.2) en tussen de groepen ook in de CeT+TS groep (verschil VAStin 12.3). In beide groepen gold: MCIC ≥10 mm VAStin.
Het gemiddeld aantal behandelingen bedroeg:
1. CeT+TS, 10.3 (± 2.5)
2. CeT-TS, 9.6 (± 2.6)
In beide groepen waren geen bijkomende effecten.
Conclusie
Ondanks dat deze studie beperkingen kent is er waardevolle informatie verkregen over de CeT en TS groepen in een Nederlandse eerste lijns praktijk waar Manuele Therapie Utrecht is toegepast bij behandelen van cervicogene somatosensorische tinnitus. Verder is vastgelegd dat de CeT + TS groep met oefeningen een substantiële verbetering geeft bij behandeling van cervicogene somatosensorische tinnitus.